Werkgroep Bemmel

Ton Bredie op De Plak – 1971

In de zomer van 1971 werd bij het aanleggen van een nieuwe aardgasleiding in het dorp Bemmel een zeer bijzondere vondst gedaan: een pottenbakkersoven uit de IJzertijd. Het terrein, waar de oven werd gevonden, vormt een deel van het gebied De Plak, dat de vorm heeft van een driehoek met als basis de weg van Ressen via Bemmel naar Haalderen. Langs de zijden van het driehoekig gebied stroomden in de IJzertijd twee Waalarmen, die in het noorden samenvloeiden en zich voortzetten in de richting van Elst. Het gebied De Plak ligt tamelijk hoog t.o.v. het omringende landschap en op verschillende plaatsen werden hier in het afgelopen jaar al vondsten gedaan van aardewerk uit de IJzertijd.

Reconstructie van de oven door A. Bredie


Nu het een gesloten vondst betrof, kon bovendien houtskool worden verzameld voor de C 14 analyse. Bredie was van mening, dat de vondst nauwkeurig kon worden gedateerd als aardewerk uit de IJzertijd.
Hierdoor wierp deze vondst een nieuw licht op de ontwikkeling van het bakprocédé uit de vóór-Romeinse tijd en droeg deze oven dan ook bij tot de herziening van de gedachte dat de Romeinen in onze streken de beschaving brachten.
De volgende door Ton Bredie gedane vondsten in de omgeving van de pottenbakkersoven werden door hem aan de HKB overgedragen. De werkgroep archeologie heeft ze onderzocht en gerubriceerd.

Met kam bewerkt aardewerk, late ijzertijd, determinatie Peter van den Broeke 

In het jaarverslag van de AWN uit 1973 vertelde Bredie over de bouwput van de Rabobank op de hoek van de Dorpsstraat en de Loostraat in Bemmel, waarbij zijn verwachtingen hooggespannen waren. De hoop om het profiel van de Dorpsstraat, die als een dijk om het dorp loopt, te ontdekken viel bitter tegen.
Het profiel van de Dorpsstraat bleek uit een twee meter dikke laag zwarte aarde te bestaan. Toen Bredie nog eens over de bouwput liep, ontdekte hij bij toeval een vuursteen en later kwamen er nog een twintigtal stukjes vuursteen tevoorschijn op ruim drie meter onder het maaiveld.

Vuursteen krabber A.B
Vuursteen beksteker

Deze vondsten werden toegeschreven aan mensen uit de Jonge Steentijd en wel aan die van de Vlaardingen cultuur (2500 – 2000 v.Chr.). Voor de geschiedenis van de Betuwe was de vondst van Bemmel van grote betekenis. Tot op heden leek het erop dat de oudste bewoningscentra meer in het westen zouden liggen. Daar werden namelijk nederzettingen aangetroffen uit de Bronstijd (1750-750 v.Chr.). In het oosten van de Betuwe konden tot op dat moment geen oudere bewoningssporen gevonden worden dan uit de IJzertijd (750 v.Chr.-0).

De grafurnen gevonden bij MLK – school te Bemmel

In 1975 ontdekte Bredie in Bemmel een grafveld en vijf urnen met crematie-as. Voorwerpen van ongeveer 500 jaar vóór Christus. De vondstplaats was een terrein nabij een BLO-school, die uitgebreid werd. Deze vijf urnen, waarvan er twee bijna geheel ongeschonden waren, werden gerestaureerd door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (R.O.B.) in Amersfoort thans Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Enkele maanden later stond er een kleine advertentie in de krant: vijf urnen aangeboden in ruil voor een Friese staartklok. Het waren aldus Bredie inderdaad de vijf Bemmelse urnen. De eigenaar van de grond, waarin de vondsten werden gedaan, had van de R.O.B. de urnen opgeëist en gekregen. Het ironische vond Bredie die klok, nota bene met een ‘staart’! Het moest wel een Friese zijn, geen Koekoeksklok of zo. En zo schrijdt de beschaving van het menselijk geslacht traag voort. De tijd werd weggetikt door een klok. Waar de vijf urnen zijn gebleven is tot op heden niet bekend. Navraag over de verblijfplaats van de 5 urnen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten van het Museum Het Valkhof leverde geen resultaat op. In 1981 werd bij graafwerkzaamheden op ‘de Kattenleger’ nog een geïsoleerd Romeins graf aangetroffen.

Romeinse vondsten en de ligging van fossiele Rijntakken.

Ton Bredie heeft gedurende zijn Bemmelse periode veel archeologische vondsten gedaan onder meer op de Cuperswei, De Heuvel, De Plak en Het Hoog. In Haalderen was hij aktief op Groot Baal en te Ressen op De Woerd en Kerkenhof. En veel van deze vondsten zijn door hem geschonken aan de historische Kring Bemmel.