Leuk zo’n blog, maar lastig als er steeds weer iets anders langskomt dat belangrijker is. Zes weken geleden begon ik aan mijn derde blog, en schreef ik dit:
Nu ik met dit blog begonnen ben, heb ik de mogelijkheid om ook eens een kijkje achter de schermen van de website te nemen. En realiseer ik me hoeveel werk hier door Aad wordt verzet. Ik bedoel, we zijn als AWN’ers goed in grondverzet, maar webverzet is weer een heel andere tak van sport. Hebben jullie wel eens uitgebreid rondgestruind op de site? Ik heb grote bewondering voor de hoeveelheid werk die Aad erin stopt en voor de variatie die hij biedt. Het is een beetje raar om op de site zelf de website aan te bevelen, maar bij dezen doe ik dat toch maar! En wisten jullie dat we laatst van onze vertegenwoordiger van de landelijke AWN te horen hebben gekregen dat we de mooiste website hebben van alle afdelingen? Top Aad!
Het is me het AWN-weekje wel, trouwens. Woensdagavond weer overleg: o.a. met Katja, die de collectie van Wim aan het beschrijven is voor boek en expositie. Daarna gelukkig tijd om een doos Pierson te ‘doen’. Een heel gevarieerd beeld: veel oud ijzer, heel veel botten, leer, natuursteen, lei, griffels, pijpenstelen, koper, aardewerk, glas, een katrol, een mesheft, gruis, nog meer gruis waar zaden in zitten en nog veel meer. Daar kan ik nog even mee door. Helaas niets waar je thuis alvast een beetje mee kunt Miss Marplen op internet.
Donderdag het afscheid van Mike als penningmeester van de AWN. De overige bestuursleden trakteren hem op een etentje. Mooie traditie en voor mij uiteraard de eerste keer dat ik erbij ben. Ik kom pas kijken. Nou, er is wel wat over de tafel gegaan daar. Vooral verhalen over het vakantiewerk van ‘vroeguh’. Met stip op één staat het al dan niet meespelen in ‘Een brug te ver’ in 1976. Deventer, ‘a sleepy Dutch town’ wordt Hollywood aan de IJssel en Nijmeegse scholieren kunnen figureren. Mooie verhalen. Er staat trouwens aflevering van Andere Tijden online over de hele gang van zaken toen: https://www.anderetijden.nl/aflevering/456/Een-Brug-te-Ver
Terug naar de onze… Op maandag starten Marcel en ik met de opmaak van het jubileumboek. Leo heeft de teksten aangeleverd, Aad de beelden. Hun werk zit er voorlopig even op. We beginnen bij het begin: lettertype kiezen, bladspiegel bepalen, interlinie, lettercorps, indeling, kaders, basiskleuren, vormgeving fotobijschriften, nummering etc etc. We hadden al eerder wat proeven gemaakt, maar met de echte tekst zie je pas goed hoe het ‘valt’. We schuiven met maten en verhoudingen, komen de eerste problemen tegen, passen alles weer aan en zo gaat dat de eerste dag door.
Het werk van Leo en Aad zat er maar tijdelijk ‘voorlopig even op’ want natuurlijk waren er aanvullende teksten bij de foto’s nodig, en foto’s die beter bij de tekst pasten, en een opbouw voor de beschrijving van de Tuijn-collectie door Katja Zee, en al met al nog heel veel werk voor ik vijf weken later (vorige week) kon schrijven:
Pfff. Het ei is gelegd. Het jubileumboek is naar de drukker. De hotline met Leo en Aad kan even afkoelen. Het blijft altijd een spannend moment. Die druk op de knop die het voorafgaande ‘voor de eeuwigheid’ gaat vastleggen. Want hoe precies je ook controleert, hoeveel fouten en foutjes en onduidelijkheden en onheldere formuleringen en ‘storende onzorgvuldigheden’ je er ook uithaalt, er blijft er altijd wel eentje staan. Zo zag Marcel letterlijk 15 seconden voor de definitieve verzending opeens het woord ‘verassing’ staan. In archeologische context zou dit woord nog wel kunnen, maar er werd geen crematie bedoeld: kortom nog een last minute surprise.
Inmiddels is het vandaag en ben ik net terug van een interview met de radiozender RN7. De bedoeling was om te praten over het boek en de expositie over 50 jaar AWN Nijmegen en omstreken. Dus had ik me uitgebreid voorbereid met jaartallen en plaatsen en twee quotes van Wim, omdat er daarvan veel in het boek staan: de eerste dat je werk als vrijwilliger in de archeologie ‘vrijwillig maar niet vrijblijvend’ is, de tweede dat ‘opgraven in groepsverband toch leuker’ is. Daar wilde ik mijn verhaal omheen bouwen, hoe zijn waarden voor ons nog steeds van belang zijn.
Maar dat is dan het lastige bij zo’n interview. Dat je vragen krijgt waar je juist helemaal niet over nagedacht hebt. ‘Wat was het dieptepunt in de afgelopen 50 jaar?’ Jeetje, wat moet je daarop zeggen? Ik red me eruit met ‘dat we altijd in de diepte graven, dus dat ieder dieptepunt voor ons juist weer een hoogtepunt is.’ Het zou mooi zijn als iemand dit bij het 75-jarig jubileum als quote aanhaalt denk ik nog. Maar toch heb ik er een naar gevoel bij. Het boek krijgt in het geheel te weinig aandacht.
Als ik in de stromende regen weer buiten sta, loop ik Henk Stuij tegen het lijf. Ik vertel hem waar ik vandaan kom en hij zegt: ‘Dat hebbie vast prima gedaan.’ Ondanks de regen voel ik me meteen een stuk beter.
Geef een reactie