Zondag zie ik op mijn telefoon dat er een nieuwe reactie is op mijn blog Reisje langs de Rijn. Lezer Gert van Eck is op dezelfde dag als ik (10 augustus 2022), maar zo’n vijf uur later, via dezelfde route naar het wrak gelopen. Terwijl ik (waarschijnlijk) druk was met het fotograferen van mijn ‘fruitmand’ had hij meer oog voor wat er zich in het water bevond. Zo constateerde hij dat er voordat je bij het ‘dynamietschip’ komt, nog een ander wrak te zien is. In zijn reactie gaf Gert aan dat hij een foto van de situatie had gemaakt. En aangezien ik me niet kon voorstellen dat ik een wrak over het hoofd had gezien, nam ik contact met hem op. Bovendien zou ook aardig zijn als iemand naar aanleiding van de foto zou weten om welk wrak het ging.
foto Gert van Eck. Een onbekend wrak?
In no time kreeg ik antwoord en ja: er bevindt zich wel degelijk nog een wrak in de Rijn, zichtbaar twee kribben oostelijk van het door mij beschreven wrak. Ik had het dus wel degelijk over het hoofd gezien. In vijf uur daalt het water niet zoveel dat het daarvoor niet zichtbaar zou zijn.
Natuurlijk kon ik het niet laten om op onderzoek uit te gaan. Voor mijn eerdere blog kwam ik via de krantenartikelen bij enkele Nederlandse bronnen uit. Maar nu duik ik er nog iets verder in en kom ik bij Duitse bronnen terecht. Hier vind ik meer en andere informatie. Het schip dat ik beschreven heb heette namelijk helemaal niet de Reimer. En ook niet Elisabeth zoals op verschillende plaatsen vermeld. Reimer was waarschijnlijk de naam van de reder. En de Elisabeth is het schip dat is geëxplodeerd. En wat krijg je als een schip explodeert? Dan blijft er weinig van over, en wat er overblijft zit niet aan elkaar…..duh! Achteraf logisch. Dus dat wrak is helemaal niet het ontplofte schip. Maar wat zien we dan in het water?
Terug naar het verhaal. In de winter van 1894 op 1895 moet er 150 ton dynamiet naar Nederland worden verscheept. Maar er wordt ijsgang verwacht op de Rijn, wat tot beschadiging van de schepen en zelfs tot ontploffing van het dynamiet kan leiden. Daarom moeten de schepen worden ontladen. Het dynamiet wordt gedurende de winter in een schuur (op een voor hoogwater beschermd stuk oever) opgeslagen. Pas op 19 maart 1895 wordt het dynamiet weer geladen. Hiervoor liggen maar liefst zes binnenvaart-zeilschepen klaar: De Duif, De Hoop, Elisabeth, Gezina, Maria Odelia en Vier Gebroeders. Ze zijn allen aangemeerd tussen twee kribben. Twee schepen, de Gezina en de Vier Gebroeders zijn al zonder problemen geladen als de lading van de Elisabeth, zo’n 1400 kisten dynamiet, tijdens het bevrachten explodeert. Er exploderen ook nog enkele kruiwagens met dynamiet en er ontstaan op veel plekken ontploffingen door het rondgeslingerde dynamiet.
Alle andere schepen raken hierdoor beschadigd, maar de Gezina en Vier Gebroeders, hoewel volgeladen met dynamiet, exploderen niet. Ook de schuur met de rest van het dynamiet blijft overeind en explodeert niet. Maar nu die schepen. Als ik het goed begrijp zinken ze allemaal. En het schip dat als ‘het dynamietschip’ door het leven gaat, is hoogstwaarschijnlijk het uitgebrande schip ‘De Hoop’. Een schip dat dus nog niet geladen was, maar gezonken is door de impact. Ook schijnt er naast De Hoop bij nog lager water een ander schip bloot te komen. Zie Lokalkompass.
Restanten van De Hoop in de jaren ’60. Foto: Heinz Becker uit Düffelward online gezet door Günter van Meegen.
Maar het wrak dat Gert heeft gezien, en waarvan wordt gezegd dat het alleen bij zeer extreem laag water zichtbaar is? (Daar kunnen we nu wel van spreken.) Het hoort waarschijnlijk niet bij deze zes, omdat het enkele kribben verder ligt. Er is wel degelijk onderzoek naar gedaan, maar tot nu toe is nooit vastgesteld welk schip het dan wel is.
Kortom, de reactie van Gert heeft tot een complete herziening van mijn verhaal geleid. Mooi dat ik dat nog een beetje heb kunnen rechtzetten. Ik moet wel eerlijk zeggen dat waar ik ook lees, het verhaal een andere hoeveelheid dynamiet geeft, of een ander aantal schepen, of een andere ligplaats voor de verschillende schepen. Wat dat betreft moeten we kritisch blijven op de info, omdat er nauwelijks oorspronkelijke bronnen zijn. Dit kranteartikel uit 1895 komt er misschien nog het dichtst bij.
Foto: Heinz Becker uit Düffelward online gezet door Günter van Meegen, een transcriptie vind je hier.
En nu afwachten wat er boven water komt als de Rijn verder zakt. Dankjewel, Gert, voor je reactie en voor je foto!
De ankerlier en het achtersteven van ‘De Hoop’ zijn overigens te zien in het Rheinmuseum Emmerich. Dus voor de liefhebber….
Geef een reactie