Kun jij deze broek wijder maken? En deze doekjes omzomen? En deze handschoen repareren? Kan pap helpen met een nieuw handvat voor mijn schild? En kunnen we ook nog een klein schild maken? En mag ik dit mandje uit de schuur en die grote ook? En dat houten bakje uit de kelder? Mijn dochter is druk met de voorbereidingen voor haar vakantie (en wij ook). Dit jaar gaat de reis niet naar zomaar een vakantieoord, maar naar het Vikingecenter in Ribe, Denemarken. Een soort openluchtmuseum waar Viking reenactors vanuit heel Europa bijeen komen als levend decor. A is in haar alternatieve leven een Vikingkrijger en het is Warrior Week, dus is ze uitgenodigd om met de Nederlandse groep waar ze bij hoort deze week aanwezig te zijn. Man en kind gaan ook mee, dus er moet heel wat geleend en gemaakt worden om de uitrusting compleet te krijgen. Maar op zondag krijg ik goed bericht: ze hebben alles in de auto gekregen (het is bepaald geen lichtgewicht bagage) en de reis is begonnen.
Intussen zijn M en ik natuurlijk best wel benieuwd geworden hoe dat nou in de praktijk zal gaan. Ook na sluitingstijd van het Vikingcentrum leven ze onder ‘Vikingomstandigheden’. Hoe moet je je zo’n Vikinggebeuren voorstellen? Stiekem boeken we een huisje voor een paar dagen in de buurt van het Vikingcentrum. Ik hoop maar dat ze het leuk zullen vinden als we langskomen. Gelukkig blijkt dat het geval te zijn en we leren heel veel over het dagelijks leven, zowel dat van de Vikingen ooit als dat van de reenactors nu. Want dat lijkt hetzelfde, maar dat is het natuurlijk net niet. Ik kijk mijn ogen uit, er zijn niet 10 of 20 reenactors, maar honderden. Krijgers, handwerklieden, familieleden, kinderen en de ‘warlords’ van allerlei ‘stammen’.
Het is een bonte internationale verzameling. Alleen al aan de kleding kun je verschillende invloeden zien: uit Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Nederland en Denemarken komen de krijgsgroepen. Iedere ochtend om 10 uur is er een soort appel, waarbij de spelregels van de strijd van die dag worden uitgelegd. Daarna volgt er zo’n anderhalf uur oefening voor publiek, en ’s middags een battle, maar dan voor groot publiek.
In het museumpark worden de verschillende perioden uit de geschiedenis van Ribe uitgebeeld. De eerste periode is de ontstaansgeschiedenis als handelspost. Er is een marktgebied met professionele handel in alles waar de Vikingen ooit en de reenactors (en eventueel ook bezoekers) nu behoefte aan hebben: stoffen, vachten, leer, gereedschap, wapentuig, sieraden, ornamenten, schoenen en keramiek om maar eens wat te noemen. Ook hier zijn weer tientallen reenactors aanwezig. Er zijn demonstraties glazen kralen maken, wol verven, pijlpunten slijpen en boogschieten, om er maar een paar te noemen. M legt het allemaal vast, de foto’s die je hier ziet zijn door hem gemaakt.
Alle groepen hebben een eigen vaandel dat zowel meegaat bij de strijd als een herkenningsteken is in het veld achter de markt waar men de tent heeft opgezet. Dagelijks zijn er verschillende opdrachten en er is een spelleider die bepaalt wat de regels zijn en wie er wint. Iedere groep heeft een eigen vaandel: A blijkt bij de Boars (de wilde zwijnen) te horen, wat grappig is want onderweg hebben we op zoek naar een passend cadeautje voor ons kleinkind toevallig een houten big gekocht. De volgende dag blijkt de big al aan het vaandel te hangen.
En dan het dagelijks leven: alle reenactors hebben een complete Vikinguitrusting, van tent tot slaapgerei, vachten, kleding, kastjes, aardewerk, speelgoed, je kunt het zo gek niet bedenken. Wie niet veel spullen heeft houdt de tent dicht. Maar wie een mooie verzameling Vikinggerei heeft zet zijn of haar tent wijd open, zodat iedereen ervan mee kan genieten.
Het openluchtmuseum zelf beeldt, zoals gezegd, de ontstaansgeschiedenis van de stad Ribe uit. Het blijkt de oudste stad van heel Scandinavië te zijn en is waarschijnlijk ontstaan (gesticht is een groot woord) als marktplaats en door de vestiging van Friesen die door de Franken steeds verder naar het Noorden werden verdrongen. Hoe verder je het park in loopt, hoe meer het karakter verandert van de marktplaats in de 8e eeuw naar permanente bouw in de 9e eeuw. Er wordt nog steeds op traditionele manier verder gebouwd, zodat je ook kunt zien hoe dat in z’n werk gaat. De interieurs lijken aardedonker als je binnengaat, maar als je ogen aan het donker wennen ga je steeds meer zien. Zoals de opgebaarde warlord in een zijkamer van een van de huizen.
Gelukkig kunnen we terecht in het plaatselijke museum om meer te leren over de archeologie die tenslotte de basis is van alle interpretaties. In de vaste tentoonstelling een artist impression van de situatie in de 8e eeuw. En een klein overzichtje van enkele vondsten. Er zijn meer dan 200 zilveren sceatta’s gevonden (zo denk je in een klein plekje in Denemarken toch even aan Jan Kusters), waarvan 85% ter plekke is geslagen: buitenlandse munten moesten omgeruild worden. De 8e eeuwse sceatta zijn kleiner, in het begin van de 9e eeuw worden de munten groter maar de afbeelding blijft hetzelfde. Kralenmakers waren ter plekke actief in de 8e eeuw, de amuletten (of beter gezegd de mallen ervan) komen uit de late Vikingtijd. Barnsteen wordt lokaal gevonden. En de reliefbandamfoor moest er gewoon even bij vanwege de reconstructie die Mark en ik ooit maakten van zo’n enorm bakbeest.
Tot voor enkele jaren dacht men dat Ribe lang heeft bestaan als marktplaats met ambulante handel, maar recente opgravingen tonen aan dat er al vroeg in de 8e eeuw permanente bewoning is. Het museum is creatief omgegaan met het voortschrijdend inzicht uit de laatste opgravingen: het legt uit dat het beeld van een periode in de geschiedenis steeds kan veranderen.
De permanente tentoonstelling in het museum laat nog zien wat het oude idee was, een tijdelijke tentoonstelling voegt daar de nieuwste inzichten aan toe. Hiertoe zijn vijf structuren van vijf rieten en lemen huisjes opgebouwd. Ze staan voor vijf huizen uit de 8e eeuw die allen opgegraven zijn en die ieder iets toevoegen aan de geschiedenis van Ribe. Per huis zien we de bijzondere vondsten en de betekenis ervan.
Het meest interessante dat ik hiervan heb meegekregen is de meetbare invloed van zonnestormen. Wetenschappers die werken met de C14-datering hebben vastgesteld dat tijdens een zonnestorm er een korte fluctuatie is van de hoeveelheid C14 in de atmosfeer. Een van de sterkste fluctuaties was in het jaar 775 AD. Door in de opgraving ettelijke monsters te nemen van opeenvolgende lagen kon hiermee het exacte vloerniveau van 775 AD worden vastgesteld. Dit is de eerste opgraving ter wereld die van deze methode gebruik heeft gemaakt. Men heeft ermee kunnen vaststellen welke veranderingen in produktstromen in de vroege Vikingtijd hebben plaatsgevonden en welke transportmiddelen eerder en later werden gebruikt. Een van de meest opvallende conclusies is dat zeewaardige zeilschepen al generaties in gebruik waren voor de Vikingen hun raids startten, raids die tot voor kort op z’n vroegst in 790 AD werden gedateerd. Ook is vastgesteld dat er al vanaf 780 glazen kralen gevonden worden die niet in Ribe zelf zijn gemaakt, maar tot uit het Midden Oosten komen. Binnen enkele jaren wordt de kralenproductie in Ribe geheel verdrongen door geïmporteerde kralen, wat dus al vroeg een uitgebreid handelsnetwerk weergeeft.
De opgraving heeft bovendien aangetoond dat Ribe tot ver in de 10e eeuw in gebruik is gebleven. Eerder werden weinig vondsten uit de late Vikingtijd gedaan, meestal doordat deze lagen niet bewaard waren gebleven. Ter afsluiting uit deze latere Vikingtijd een enkele centimeters groot amber vogeltje van rond 900.
Het is heel leuk om zo de opgravingsresultaten te vergelijken met het dagelijks leven in het Vikingecenter. We zien hoe de prachtige glaskralen die zijn gevonden worden gemaakt, hoe met de mallen metalen ornamenten worden gegoten waarmee veel Deense Vikingvrouwen rondlopen, veel reenactors hebben een bijzondere waterkan waarvan een voorbeeld in Ribe is gevonden. De reenactors zijn zich zeer bewust van wat mag en wat niet mag voor de periode die ze verbeelden.Wat me ook opviel: overal lopen kinderen. Ze zijn druk met van alles en nog wat, ik zie geen verveling.
Als het op dag drie een beetje begint te miezeren en je net denkt dat het wel een treurige bedoening zal worden halen de Vikingen hun wollen mantels en kaproenen tevoorschijn en trekken ze zich terug onder grote luifels, die per groep ook als kookplaats fungeren. Dus nee, over kou en vocht hoeven we ons geen zorgen te maken.
Al met al een bijzondere ervaring waarvan ik de beelden graag met jullie wilde delen. En als je denkt: wat heeft die kopregel er eigenlijk mee te maken? Nou niks dus. Het was het eerste verkeersbord dat ik zag toen we in Denemarken van de snelweg kwamen en we hebben het daarna tientallen keren teruggezien. Het was ook de eerste keer dat we een poging deden het Deens te vertalen. Het klopt niet maar voor ons bleef het “Let op: krijsende fietsers!” bij iedere zijweg. Ach ja, daar hadden de Vikingen dan weer geen last van.
Meer info? https://www.ribevikingecenter.dk/en/
Foto’s gemaakt door Marcel Tromp. Zoveel mogelijk ’s ochtends en voor de komst van bezoekers om de meest authentieke plaatjes te kunnen schieten.
Geef een reactie